Max Havelaar
Periode voor 1800 - Blauw
Primaire gegevens
Auteur: Multatuli
Titel: Max Havelaar
Plaats van uitgave: …
Uitgeverij: …
Jaar van uitgave: 1860
Samenvatting
Het verhaal start met de wens van Batavus Droogstoppel om een boek te schrijven over koffie, aangezien hij makelaar in koffie is. Hij komt een oude schoolvriend tegen op straat, die hij voor het gemak Sjaalman noemt. Dit doet hij omdat hij liever geen namen wil noemen en de man die hij tegen kwam droeg een sjaal in plaats van een winterjas. Sjaalman gaf Droogstoppel een pakket met geschriften. Droogstoppel komt erachter dat deze geschriften ook verhalen over koffie bevatten en wil deze verhalen gebruiken voor zijn boek. Echter ziet hij het somber in, omdat het veel werk lijkt. Omdat hij geen zin heeft om alles zelf te doen schakelt hij zijn jongste bediende Stern in om hem te helpen. Het is de bedoeling dat Stern en Droogstoppel afwisselend hoofdstukken schrijven, maar wel allemaal enigszins naar de wens van Droogstoppel, het is tenslotte zijn boek.
Stern schrijft over de geschriften van Sjaalman en deze verhalen gaan over een zekere Max Havelaar, die pas benoemd is tot assistent-resident in Lebak, een gebied op Java. Een uitgebreid verhaal volgt over de aankomst van Havelaar op Java.
In het verhaal worden de verhalen van Stern (van Sjaalman, over Max Havelaar) steeds onderbroken door Droogstoppel. Hij onderbreekt met een preek van een dominee of met een betoog over hoe hij zelf nooit een buffel heeft gehad en toch tevreden is: 'Er zyn mensen die altyd klagen'.
Stern vertelt het verhaal van de inwoners van Java en hoe zij worden uitgebuit door de machthebbers in het gebied. Bijvoorbeeld het verhaal over de buffelroof en Saïdjah en Adinda. De buffel is alles wat zij hebben en moeten leven van de landbouw, maar als hun buffel wordt weggenomen wordt overleven steeds moeilijker. Saïdjah gaat op reis om meer geld te verdienen en zijn eigen buffel te kunnen kopen en te kunnen trouwen met Adinda. Wanneer hij terugkomt in zijn dorp ziet hij dat de hele boel is leeggeroofd en in brand staat. Iedereen is vermoord door de koloniehouders.
Max Havelaar komt al gauw tot conflicten met de inlandse regent, die hij van corruptie en uitbuiting van zijn ondergeschikten beschuldigd. Hij wordt bij gebrek aan bewijs uiteindelijk niet voldoende gesteund door zijn omgeving. Uiteindelijk vraagt Havelaar aan de Gouverneur-Generaal ontslag uit 's lands dienst. Dit verhaal wordt onderbroken door uiteenzettingen over de structuur van het bestuurlijke apparaat in Indië, en over wat er met Havelaar vóór zijn verblijf in Lebak heeft afgespeeld. Droogstoppel doet ondertussen heel erg zijn best om te begrijpen wat dit allemaal met koffie te maken heeft, het hele Havelaar-verhaal. Aan het einde neemt Multatuli het woord over van Stern en Droogstoppel om zich te richten tot de koning. Hij vraagt aandacht aan de koning door het volgende te schrijven:
'Aan u durf ik met vertrouwen vragen of 't uw keizerlijke wil is:
Dat Havelaar wordt bespat met de modder van Slijmeringen en Droogstoppels?
En dat daarginds uw meer dan dertig miljoen onderdanen worden mishandeld en uitgezogen in uw naam?'
Verdieping
Tijdverloop en decor
Het verhaal speelt zich af:
-Rond 1842: De jonge avontuurlijke Havelaar in Sumatra.
-Rond 1856: De volwassen Havelaar in Lebak
-Rond 1860: De arme Havelaar in Nederland. Dit is het "heden"
Het verhaal speelt zich af in Nederland en in Nederlands-Indië.
Vertelwijze
Het vertelperspectief is nogal ingewikkeld. Er zijn namelijk vier ik-vertellers: de eerste is Droogstoppel, de tweede is Stern, die op zijn beurt een derde - min of meer alwetende - ik-verteller creëert (namelijk Havelaar) en de vierde is Multatuli.
Een belangrijk structuurelement is ' behalve de herhaling ' het gebruik van tegenstellingen: Nederland (met name Amsterdam) staat tegenover Nederlands-Indië (met name Lebak), rijk tegenover arm, oprechtheid tegenover huichelarij, werkelijkheid tegenover fictie, 'heden' (Amsterdam, omstreeks 1860) tegenover 'verleden' (Lebak, 1856).
Thema
Corruptie, macht en schuld:
In de roman is de inlandse regent de hoofdschuldige. Door zijn onderdanen zonder betaling werk te laten verrichten en door opbrengsten in natura te vorderen, is hij in staat zijn grote familie te onderhouden en zijn luxueuze manier van leven te bekostigen.
De Hollandse bestuursambtenaren zijn ' op een enkele uitzondering na ' medeschuldig, omdat zij op de hoogte zijn van de ongeoorloofde praktijken, maar er niets tegen doen en daardoor het onrecht laten voortbestaan. De enigen die de strijd tegen de regent durven aanbinden, zijn Slotering en Havelaar. Maar beiden leveren een vergeefse strijd: Slotering sterft op mysterieuze wijze en Havelaar wordt door zijn superieuren weggewerkt.
Personages
Max Havelaar is een sterk autobiografische roman. De hoofdpersoon is eigenlijk de schrijver zelf in verschillende gedaantes.
Max Havelaar:
Max Havelaar: ook wel Sjaalman genoemd. Hij is een slanke en vlug bewegende man. Hij is zeer intelligent, maar begrijpt soms de simpelste dingen niet en is naïef. Hij is erg gesteld op de waarheid en op recht, zet zich daar ook volledig voorin omdat hij erg geduldig is. Hij is moedig, dromerig, gelovig en is het gelukkigst met zijn gezin. Zijn karaktertrek het recht te willen behalen heeft het hele verhaal gevormd.
Tine Havelaar:
Tine Havelaar is de vrouw van Max Havelaar. Ze is gebaseerd op Multatuli’s vrouw. Ze komt uit een rijke familie, die willen dat zij bij de arme Max weg gaat. Maar daar denkt zij absoluut niet over na; Max is alles voor haar. Ze doet alles wat hij zegt en geeft hem altijd gelijk.
Batavus Droogstoppel:
Batavus Droogstoppel is een oude schoolvriend van Havelaar en makelaar in koffie. Hij is een van de twee vertellers en heeft een zeer nuchtere kijk op het verhaal. Hij vindt Max een arme sloeber, het is zijn eigen schuld dat hij zo arm is. Droogstoppel is streng protestants: alles is volgens Gods wil. Droogstoppel is alleen maar geïnteresseerd in de winst op de koffieveilingen, niet in onrecht. Hij ziet Havelaar als een bedreiging voor de koffiehandel.
Multatuli:
Multatuli heeft een hekel aan “dat produkt van vuile geldzucht en godslasterlijke femelarij. Ge zijt opgegroeid tot een monster onder mijn pen!” Hij strijd voor erkenning en eerherstel.
Ernest Stern:
Ernest Stern komt uit Hamburg en heeft de taak gekregen uit het pakket van Havelaar zijn verhaal op te maken. Stern is geïnteresseerd in de geschiedenis en in het onrecht te Lebak. Al wil hij het verhaal soms wel iets te mooi maken omdat hij grote bewondering voor het eenzame gevecht van Havelaar heeft.
Sjaalman, Stern, Havelaar en Multatuli zijn dus afsplitsingen van een en dezelfde figuur. Ze tonen ieder een ander aspect van Eduard Douwes Dekker, die zelf in 1856 als assistent-resident van Lebak tevergeefs een einde probeerde te maken aan de wantoestanden en later ontgoocheld terugkeerde naar Europa.
Verschillende personages hebben karakternamen ('speaking names'), zoals Droogstoppel (de tot karikatuur verstarde Hollandse koopman), Slijmering (de strooplikkende resident die zijn plicht verzaakt, maar het altijd o zo druk heeft) en dominee Wawelaar (die zijn vroom gewauwel over de gelovigen uitstort).
Achter bepaalde personages gaan werkelijk bestaande figuren schuil; zo is Slijmering gemodelleerd naar C.P. Brest van Kempen en heeft de gouverneur-generaal veel weg van A.J. Duymaer van Twist. Max Havelaar is dus ook in zekere zin een sleutelroman.
Titel en motto
Titel:
De titel van het boek is Max Havelaar, of de koffieveilingen van de Nederlandse handelsmaatschappij. De titel verwijst naar de fictieve hoofdpersoon, Max Havelaar. De ondertitel heeft betrekking op de koffiecultuur in Nederlands-Indië (nu Indonesië), die veel geld voor de staatskas opleverde.
Motto:
Het 'Onuitgegeven Toneelspel' voorin het boek kan beschouwd worden als een motto. In dit toneelstukje wordt een zekere Lothario ervan beschuldigd dat hij Barbertje heeft vermoord en ingezouten. Barbertje blijkt echter springlevend te zijn en ze roemt zelfs de goedheid van Lothario. Toch blijft de rechter bij zijn vonnis dat Lothario moet hangen: hij is namelijk schuldig aan eigenwaan. (In de volksmond leidde dit gegeven abusieflijk tot de zegswijze 'Berbertje moet hangen'.)
Dit 'motto' verwijst naar de schijnethiek die kenmerkend is voor de Nederlandse bestuurders in Nederlands-Indië. Havelaar wordt in feite door de gouverneur-generaal net zo behandeld als Lothario door de rechter.
Keuze opdracht
Ansichtkaart
Beste Multatuli,
Zoals uw naam al weggeeft, heeft u veel moeten verdragen. Daarom denk ik dat de mededeling dat u inmiddels een ereplaats heeft verdiend in de Nederlandse literatuur, u erg zal verblijden. Ik wil u feliciteren met uw doorbraak als schrijver. Ik wil u complimenteren voor uw moed en uw rechtvaardigheid. Ik wil u vertellen dat uw boek heeft geholpen in de strijd tegen ongelijkheid. U heeft inzichten gegeven die in uw tijd vooruitstrevend en voor velen ook onacceptabel waren. Uw aanklacht tegen de corruptie en uw opdracht aan koning Willem III zijn moedige daden waar ik u voor wil bedanken. De wereld vindt ongelijkheid en corruptie inmiddels niet meer zo gewoon als in uw tijd. De wereld is beter en eerlijker, maar we zijn er nog niet. Er wordt na al die jaren nog steeds gevochten voor dezelfde ideaalbeelden. Uw onderwerpen waren in dat opzicht tijdloos.
Ik hoop snel meer heldhaftige verhalen van u te lezen!
Met vriendelijke groet,
Sophie
Maak jouw eigen website met JouwWeb